Aandacht voor ADHD en dyscalculie

|

Twee gedachten schoten laatst door mij heen. Wat als er een ADHD- of dyscalculiepas bestond? En: wat als er in mijn schooltijd al zoveel aandacht voor ADHD en (bijvoorbeeld) dyscalculie had bestaan?

Tekst: Remko Iedema – auteur van ‘Succes met je ADHD’

Hulp focust vaak op je beperkingen

Die laatste vraag vind ik best ingewikkeld. Neem het boek “Autipower”, een boek waarin mensen met een autistische stoornis aan het woord komen, maar ook hun werkgevers. Niet alleen betrapte ik mijzelf erop dat ik mijn beeld van autistische stoornissen (een soort “Rain man-beeld”) drastisch moest bijstellen. Op zichzelf is dat pijnlijk, omdat ik mij zelf zo verzet tegen het benaderen van mensen met ADHD vanuit een stereotype beeld. Maar ook viel mij iets op. Veel van de mensen in het boek hadden vroeger geen begeleiding gehad en moesten zelf hun weg vinden. Op de vraag of ze dat anders zouden willen is het antwoord “nee”.
De redenatie is: als ik was begeleid, had ik de aandacht gericht op mijn beperkingen. Door zelf mijn weg te zoeken moest ik mijn aandacht wel richten op waar ik goed in ben. Ofwel; geholpen worden kan je juist zwakker maken.

ADHD komt nooit alleen

Eén van de eerste zinnen die ik leerde toen ik mij verdiepte in de vraag wat de diagnose ADHD voor mij betekent was “ADHD komt bijna nooit alleen”. Ofwel, als je ADHD hebt is de kans groot dat je ook iets anders hebt. Zo lijken ADHD en dyslexie voor veel mensen hand in hand te gaan. Een bekend voorbeeld is Hans van de Velde, jarenlang voorzitter van Woortblind. Voor mij was het moment waarop hij zijn eerste gedicht publiceerde een hoogtepunt. Of ADHD en verslaving, lees het interview met Jan Ykema in Succes met je ADHD maar eens na. ADHD en autisme, ook in datzelfde boek te vinden. En voor mij persoonlijk geldt de combinatie ADHD met dyscalculie.

In mijn schooltijd was dyscalculie totaal onbekend

Dyscalculie. Tot ik mij verdiepte in ADHD kende ik het woord niet eens. Alleen al het ontdekken dat er zoiets bestaat was voor mij een bevrijding! Ik heb altijd kunnen hoofdrekenen als de beste – kan dat nog steeds -, maar als de sommen op papier komen wordt het moeilijk. Het moment dat ik op de middelbare school kennismaakte met wiskunde was een schok. Ik heb er nooit een voldoende voor gehaald, zelfs niet in de tijd dat ik er (nog) mijn best voor deed. Vakken als Economie haalde ik door formules uit mijn hoofd te leren, zonder er ook maar iets van te begrijpen.
Als zaken in cijfers worden uitgedrukt verlies ik al mijn gevoel voor logisch denken. Ik herinner mij een reünie van mijn middelbare school, nog niet eens zo heel lang geleden, waar de wiskundeleraar van vroeger mij de rug toekeerde zodra hij mij herkend had (niet alleen vanwege mijn gebrekkige wiskunde -vaardigheden, neem ik aan: ik was vroeger een typisch ADHD-kind, in de negatieve betekenis van het woord).

Ik kon weinig, was mijn overtuiging

En dat roept de vraag op: Was het beter geweest – of gemakkelijker – als er toen wél aandacht was geweest voor ADHD? Of voor dyscalculie? Deels wel. Het is niet fijn wat het met je doet als je iets niet kunt en het systeem draagt in zich dat jou dat steeds wordt ingewreven. Ik heb jarenlang rondgelopen met de (onbewuste) overtuiging dat ik weinig kon. Eén van de eerste ontdekkingen toen ik ging werken was dit: hé, ik kan iets. Terugkijkend, was het mooi geweest als ook mijn wiskundeleraar het woord dyscalculie had gekend. Of ADHD. Terugkijkend krijg ik dan ook zo’n gevoel van getver, wat jammer toch!

Was ik zo ver gekomen met een dyscalculiepas?

Maar het gevoel dat de geïnterviewden in Autipower geven herken ik ook. Ik ben jarenlang winst- en omzetverantwoordelijk geweest (mét succes), terwijl ik geen jota begreep van de financiële rapportages die ik kreeg. Ik kon ze niet lezen, laat staan interpreteren. Maar ik leerde hoe ik maatjes kon worden met mensen die het wel begrepen en die mij hielpen om die overzichten te vertalen naar woorden waarop ik actie kon ondernemen. Ik zocht naar de zaken waar ik goed in was, ook vanuit de zaken waarin ik juist niet goed was. Het is maar zeer de vraag of ik dat had gedaan als ik een dyscalculiepas op zak had gehad.

Ik had het fijn gevonden als mijn wiskundeleraar zich niet had omgedraaid, en als hij mij had gevraagd hoe het met mij ging. Dan had ik hem verteld over mijn loopbaan, waarin ik hem op dat moment zelfs al voorbij was gestreefd (of dat het gesprek beter zou hebben gemaakt valt te betwijfelen). Maar zou dat gesprek hebben plaatsgevonden als ik eerder op het spoor was gekomen van ADHD, of dyscalculie? Ik denk het niet. Die aandacht had een aantal zaken gemakkelijker gemaakt, maar op de lange termijn niet beter.

Richt je aandacht op wat iemand wel kan

Ben ik daarmee tegen vroege aandacht voor ADHD, dyscalculie of andere zaken? Absoluut niet! Ik vind het fantastisch hoe jonge mensen op weg worden geholpen. Maar ik pleit er wel voor om de balans te zoeken tussen aandacht voor zaken waar deze mensen mee worstelen en de vrijheid voor deze mensen om hun eigen kracht te vinden. Aandacht vergroot alles waar je het op richt: richt het dan vooral op de vraag, wat kan ik wél?