Onbehandelde ADHD komt zelden alleen
ADHD kent een grote comorbiditeit. Zo heet dat officieel. Maar wat is dat precies en hoe komt dat eigenlijk? In dit artikel lees je hoe het zit. En waarom juist onbehandelde ADHD de grootste kans geeft op bijkomende problemen.
Regelmatig zie ik volwassenen die op meerdere terreinen in hun leven zijn vastgelopen. Steeds wisselende relaties, onder hun niveau werken, langdurig tobben met depressies en angsten. En…een niet onderkende ADHD. Waarom gaat dat zo vaak samen? En wat is eraan te doen?
Tekst: Bas van Heycop ten Ham – klinisch psycholoog
Bron en PDF-versie: Impuls & Woortblind Magazine nr 1 – 2020
In mijn praktijk kreeg ik een stel met relatieproblemen. Beiden hebben een nare jeugd gehad met mishandeling en verwaarlozing. Beiden zijn vechters en hebben hun leven wonderwel goed opgepakt. Maar de vrouw heeft nu een forse burn-out, haar partner niet. Zij heeft ADHD, zo bleek recent. Hij niet.
Toen ik in het Astmacentrum in Davos werkte, zag ik veel patiënten met astma en COPD. Een relatief groot aantal had ook ongediagnosticeerde en daardoor onbehandelde ADHD. Dat was een van de redenen waarom ze hun astma moeilijker onder controle kregen: deze patiënten vergaten vaker op tijd de medicatie te nemen en gingen soms ondoordacht met hun longaandoening om.
Niet zonder kleerscheuren
Bovenstaande praktijkvoorbeelden laten zien dat onbehandelde ADHD vaak samen gaat met andere gezondheidsproblemen, zowel op lichamelijk als op psychisch gebied. Dat noem je comorbiditeit: het tegelijkertijd voorkomen van twee of meer aandoeningen bij één persoon. Onderzoek onderbouwt dit beeld. Laatst las ik een wetenschappelijk artikel met de pakkende titel: ‘Live fast, die young?’ Hierin wordt omschreven dat een leven met ADHD niet altijd zonder kleerscheuren verloopt. Zo komen verslaving, depressie, angst, diabetes, longaandoeningen door roken, maar ook ongelukken in het verkeer of op het werk meer voor bij mensen met ADHD dan bij mensen zonder ADHD. Ook gaat ADHD soms samen met opstandig en zelfs antisociaal gedrag, zoals stelen, liegen en grovere criminaliteit. Financiën zijn vaker een probleem, evenals functioneren op school, studie en werk. Veel mensen met ADHD hebben problemen met inslapen, en het zelfbeeld is ook vaak negatief. Het gaat daarbij steeds om mensen bij wie pas recent de diagnose ADHD is gesteld. Maar waarom leidt onbehandelde ADHD tot andere gezondheidsproblemen? Laten we de belangrijkste comorbide aandoeningen eens op een rij zetten.
Autisme, tic- en leerstoornissen
Soms zie ik volwassenen voor diagnostiek van ADHD, die vroeger ten onrechte met autisme of dyslexie zijn gediagnosticeerd. Wanneer de ADHD vervolgens behandeld wordt, blijft er weinig over van autistische trekken en gaat het lezen en schrijven ook ineens beter. Helaas is bij die mensen ADHD of ADD nooit eerder onderzocht.
Toch gaan ADHD en autisme of leerstoornissen (dyscalculie en dyslexie) en tics wel vaak samen. Autisme en ADHD worden deels door eenzelfde erfelijke factor bepaald. Tics zijn voor een ADHD’er moeilijker onder controle te brengen omdat de impulsbeheersing te kort schiet. Leer-, lees- en schrijfproblemen hebben vaak te maken met concentratieproblemen, niet goed laten doordringen wat er staat of berekend moet worden, en te snel en impulsief lezen en schrijven. Er ontstaan al snel slordigheidsfoutjes en instructies worden niet goed opgevolgd. Wanneer de ADHD bij een kind met één van deze comorbiditeiten behandeld wordt, verbeteren vaak de leerprestaties.
Regelovertredend gedrag
Kinderen met ADHD hebben vaak moeite met luisteren en gehoorzamen. Niet omdat ze dat niet willen, maar omdat ze dat niet kunnen. Ze zijn te snel afgeleid en impulsief. Dit soort kinderen krijgen meer kritiek van ouders en leraren, en kunnen daardoor gaan denken dat ze slecht zijn. Logisch dat ze dan opstandig worden. Vaak zie je bij ADHD ook ODD (oppositioneel-opstandig gedrag) ontstaan. Soms wordt bij deze kinderen de ADHD niet onderkend. Alle aandacht gaat naar het opstandige gedrag, terwijl een goede behandeling van de ADHD effectiever zou zijn.
Kinderen en volwassenen met ADHD komen relatief gezien vaker in aanraking met justitie. Dit is te verklaren door de impulsiviteit (eerst doen, dan denken), de moeite om overzicht over de consequenties van eigen gedrag te hebben, de sociale beïnvloedbaarheid (‘ja leuk, gaan we doen’) en mislukkingen op het gebied van leren en werken. Uit onderzoek blijkt dat het vroegtijdig onderkennen en behandelen van ADHD het risico op crimineel gedrag aanzienlijk vermindert. Helaas wordt ook bij deze groep ADHD vaak pas op latere leeftijd onderzocht en behandeld.
Verslavingen
Kinderen met ADHD beginnen op jongere leeftijd met roken en alcohol dan hun leeftijdsgenoten zonder ADHD, opnieuw te verklaren door impulsiviteit en sociale beïnvloedbaarheid. Ook drugsgebruik komt vaker voor bij ADHD’ers. Maar ADHD wordt bij kinderen die vroeg gaan ‘experimenteren’ met middelen vaak te laat of niet onderzocht. Regelmatig zie ik volwassenen die zijn vastgelopen in middelengebruik, bij wie nog nooit naar de symptomen van ADHD was gekeken.
Veel ADHD’ers gebruiken middelen als een soort zelfmedicatie, zeker als ze niet weten dat ze ADHD hebben: de impulsiviteit en bewegingsonrust nemen wat af, de concentratie wordt (tijdelijk) wat beter, en men voelt zich (tijdelijk) beter. De tekort schietende eigen dopamine in de hersenen wordt gecompenseerd met externe ‘dope’. Met behandeling van ADHD is het middelengebruik beter onder controle te krijgen.
Angst- en depressieve stoornissen
Als je ADHD hebt is de kans ongeveer 25% dat je eveneens kampt met een angststoornis of een depressie. Het is niet helemaal duidelijk waarom dit zo is. Waarschijnlijk zijn de angst en depressie het gevolg van de moeite die een ADHD’er heeft met leren, met sociale contacten en werken, en de mogelijke mislukkingen op die gebieden en faalervaringen. De omgeving wordt beangstigender als je er steeds niet bij bent met je gedachten, en mislukkingen leiden tot minder voldoening en tot verlies van je eigenwaarde. Bovendien is het door de aandachts- en concentratieproblemen moeilijker om emotionele ervaringen te verwerken. Een goede behandeling met bijvoorbeeld methylfenidaat kan veel van deze ellende verhelpen en voorkomen. Maar dan moet je wel weten dat er ADHD speelt.
Emotieregulatie, borderline en bipolair
Met de problemen met impulsbeheersing komen ook de problemen met het in proportie brengen van je emotionele uitingen. Al snel ben je te kwaad, te verdrietig, blijf te je lang hangen in negativiteit. Snelle stemmingswisselingen passen ook bij de borderline persoonlijkheid en bij bipolaire stoornis. Soms is er verwarring in de diagnostiek: ben ik nu een ADHD’er of een borderliner. Soms is er sprake van beide. Je komt daar meestal snel achter door eerst de ADHD goed te behandelen.
Impact op de behandeling
Het hebben van ADHD, zéker als die niet onderkend is, compliceert tegelijkertijd bijna altijd de behandeling van andere mentale en lichamelijke aandoeningen. Het is immers moeilijker om emoties te verwerken, impulsen te beheersen, je te houden aan de medische voorschriften zoals het op tijd innemen van medicatie, gezonde leefwijzen er op na te houden, en simpelweg doktersbezoeken na te komen. Maar dit wéten is zinvol. Je kunt hier dan extra alert op zijn.
De behandeling van ADHD bestaat uit psycho-educatie, medicatie, training van vaardigheden en cognitieve gedragstherapie. Het blijkt dat de comorbiditeit, als gevolg van onbehandelde ADHD, doorgaans al vermindert door deze behandeling voor ADHD. Wanneer er problemen overblijven kunnen er andere specifieke interventies voor de comorbiditeit gedaan worden. Het is bijvoorbeeld niet ongebruikelijk om angst en depressie met een combinatie van methylfenidaat en een antidepressivum te behandelen.
Een aantal kanttekeningen zijn zeker op zijn plaats. Het behandelen van ADHD lost niet automatisch de andere problemen op. Grof gesteld: ook behandelde ADHD’ers kunnen crimineel, verslaafd, angstig, depressief zijn én blijven, of chronische astma ontwikkelen. En andersom geldt dit natuurlijk ook.
ADHD door een andere aandoening
Kan het ook omgekeerd? Kun je ADHD krijgen van een andere aandoening? Dit lijkt zo te zijn bij traumatisch hersenletsel, bijvoorbeeld door een ongeluk, val, of slag tegen het hoofd. Men spreekt dan ook wel van secundaire of verworven ADHD. Andere factoren die bij een gezond kind of volwassene later toch tot ADHD kunnen leiden zijn blootstelling aan giftige stoffen zoals lood en pesticiden, tijdelijk zuurstoftekort door bijv. een infarct of bijna-verdrinking en epilepsie.
ADHD herkennen is pure winst
Het loont om te onderzoeken of er sprake is van ADHD als een behandeling voor een andere aandoening onvoldoende aanslaat, als iemand al meerdere behandelingen voor hetzelfde heeft gehad, als er sprake is van onderpresteren op sociaal-maatschappelijk gebied en natuurlijk als iemand zelf denkt symptomen van ADHD te hebben. Een goede behandeling voor ADHD vermindert de kans op andere mentale en lichamelijke aandoeningen, en maakt de behandeling voor bestaande psychische klachten en chronische ziekten effectiever.
Bas Heycop ten Ham is klinisch psycholoog in Zwolle. Te vinden op: www.adhdnetwerk.nl
Meer lezen
Meer over ADHD en comorbiditeit vind je op deze pagina’s:
Bekijk ook het boekje Impuls legt uit – ADHD en comorbiditeit
Wil je meer van dit soort informatie? Kijk op de pagina van Impuls & Woortblind Magazine en word lid!