'Had ik het maar eerder geweten'
Anne (24) heeft dyscalculie. Ze is een creatieve beelddenker die helemaal op haar plek is als onderwijsassistent. Maar ze was graag eerder getest. Dan was haar middelbareschooltijd een stuk fijner geweest. Ze gunt jongeren met dyscalculie dat ze op tijd erkenning én de juiste hulp krijgen. Haar tips: ‘Laat je testen en schaam je niet om hulp te vragen’.
Bij rekenvakken sla ik even over
Ik werk als onderwijsassistent op het VSO. Bij wiskunde of rekenen kan ik vaak niet helpen omdat ik de sommen zelf niet snap of omdat ik geen voorbeelden kan geven. Dit is soms even slikken. Maar ik maak er dan geen geheim van en probeer mij er niet onzeker over te voelen. Ik heb nou eenmaal dyscalculie. Daar kan ik niks aan doen. Bij alle andere vakken kan ik de leerlingen prima begeleiden. Gelukkig doen mijn collega’s er ook niet moeilijk over. Ze accepteren mij gewoon zoals ik ben.
Vooroordelen
Achteraf ben ik blij dat ik mijn dyscalculie niet heb genoemd bij mijn sollicitatie. Mensen hebben dan toch vaak vooroordelen. Maar waarom zou je met dyscalculie geen goede onderwijsassistent zijn? Ik wilde bewijzen dat ik dat wel kon en dat is goed uitgepakt. Daarna heb ik het aan mijn directe collega’s verteld.
Op de basisschool werd ik pas in groep 8 getest op dyscalculie, omdat mijn lerares zei dat ik het echt niet had. Gelukkig hebben m’n ouders doorgedrukt en geëist dat er een test werd afgenomen. Zij hadden het vanaf groep 3 al in de gaten. Toen bleek dat ik inderdaad dyscalculie had, kreeg 2x per week 20 minuten 1 op 1 begeleiding, maar dit was veel te weinig en veel te laat. Ik had al zo’n enorme achterstand opgelopen.
Erg ongelukkig
Doordat de diagnose dyscalculie zo laat kwam, moest ik ook naar een middelbare school die onder mijn niveau lag. Mijn citoscore was heel laag, alleen door de slechte rekenprestaties. Vmbo kader-basis was daarom de enige optie. Op de middelbare school kreeg ik wel ondersteuning in een rekenwerkgroepje. Helaas stopte dit al na een half jaar, omdat de werkgroep te klein werd nadat wat leerlingen eruit gingen. Het enige wat ik vanaf toen moest doen, was op reken- en wiskunde toetsen bovenaan ‘dyscalculie’ schrijven. De docenten zouden hier dan rekening mee houden, maar aan de berekening van het cijfer veranderde eigenlijk niks. Ook mocht ik een rekenmachine en een tafelkaart gebruiken en kreeg ik extra tijd. Maar dat helpt allemaal niet als je iets gewoon niet snapt. Ik werd er erg ongelukkig van.
Was ik maar eerder op dyscalculie getest
Gelukkig haalde ik voor alle andere vakken (naast rekenen en wiskunde) zulke hoge cijfers dat ik na 2 jaar kader-basis mocht overstappen naar vmbo-TL. Nu kon ik toch de vervolgopleidingen doen waar ik mijn zinnen op had gezet! Ik heb eerst 3,5 jaar sport en bewegen gedaan en bezit certificaten voor fitness instructrice, personal trainer en dans instructrice. Daarna heb ik nog 2,5 jaar onderwijsassistentie gestudeerd. En nu heb ik een superleuke baan als onderwijsassistente.
Ik ben blij en trots met waar ik gekomen ben. Maar ik was liever eerder getest. Dan had ik op tijd hulp gekregen en was ik meteen naar vmbo-TL gegaan. Dan zou ik nu misschien ook beter de berekening van +, -,: en x sommen begrijpen. Maar de beste hulp zou erkenning en herkenning zijn geweest. Dat de juffen en meesters wisten dat ik extra moeite had en niet dom was. Want dat gevoel had ik toch heel sterk op de basisschool.
Bijbaantje als kassière
Op dit moment heb ik eigenlijk nauwelijks nog last van mijn dyscalculie. Ik heb mijzelf aangeleerd om terug te rekenen omdat ik graag in een winkel wilde werken. Door mijn bijbaantjes als kassière bij de HEMA en Lidl leerde ik dit steeds beter. En omdat we ook onze werk- en pauzetijden zelf moesten bijhouden, kon ik hierna makkelijker klokkijken. Treintijden en werktijden blijven wel een puntje van aandacht. Ik ben altijd te vroeg en reken op de seconde m’n reistijd uit, anders raak ik gestrest.
Beelddenken
Of het samenhangt met mijn dyscalculie weet ik niet maar ik ben een echte beelddenker. Dit is heel handig omdat ik veel bezig ben met naaien, tekenen en andere knutsels. Ik kan van tevoren in m’n hoofd al zien hoe ik m’n knutsels, naaipatronen en tekeningen moet maken, zodat het er leuk uit komt te zien. Dit vermogen tot beelddenken werkt ook door in cijferreeksen. Ik kan bijvoorbeeld de cijfers van een fiets- of wandelroute (dat zijn er meestal een stuk of 20) één keer zien en tegen mijzelf zeggen en dan onthoud ik die reeks voor een aantal weken. Die zit dan als een soort foto in mijn hoofd. Heel handig want ik houd veel van fietsen en wandelen.
Heb je (mogelijk) dyscalculie? Mijn tips voor jou
Laat je testen! Hoe eerder beter. Met de juiste hulp én de erkenning dat je niet dom bent, wordt je schooltijd een stuk fijner dan dat je maar voortploetert. Met een diagnose heb je ook recht op extra tijd, gebruik van hulpmiddelen etc. bij toetsen op school en bij latere nascholing.
Vertel aan de mensen met wie je nauw samenwerkt of je docenten op jouw opleiding dat je dyscalculie hebt. Ik weet zelf dat dit lastig is. Je wil niet afgerekend worden op je dyscalculie want het is maar een klein deeltje van wie jij bent. En mensen maken het al snel groter dan het is, uit onwetendheid. Maar het is wel fijn dat in ieder geval een paar mensen ervan weten. Dan kun je op die mensen terugvallen en hulp vragen als je het nodig hebt. Natuurlijk wil je jezelf extra bewijzen (en dat is prima), maar zeg geen nee tegen hulp van anderen. Het is echt niet erg om hulp te vragen. Iedereen doet het, dus waarom jij niet?
Het verhaal van Anne is gepubliceerd in Impuls & Woortblind nr 3 2021.