Wat je kunt doen als ouder
Adam (10 jaar) is de jongste zoon van Leen en Jan. Hij heeft ADHD en een groot probleem met ‘stoppen’, of het nu gaat om gamen, snoepen of TV kijken. Leen en Jan denken soms dat Adam eindeloos zou doorgaan als zij niet ingrijpen. Adam laten stoppen gaat gepaard met ruzie en conflict.
Tekst: Ilona Sauwen, sociaal pedagoog*
Wat Leen en Jan zien bij Adam is zeker niet uitzonderlijk bij kinderen (en volwassenen) met ADHD. Zij hebben vaak meer moeite om aan iets te beginnen én om met bepaalde zaken te stoppen, zeker als het om leuke dingen gaat. Gamen, snoepen, series bekijken: het heeft allemaal een onmiddellijk positief effect, het is dus een directe beloning. Stoppen is voor hen dus niet zo eenvoudig en het wordt nog moeilijker als je moet stoppen om een saai of vervelend klusje te doen.
Hyperfocus
Hoewel het in tegenspraak lijkt met de problemen die iemand met ADHD heeft om de aandacht te richten en te houden, kan iemand met ADHD ook in een hyperfocus terecht komen. Op dat ogenblik is alle aandacht gericht op die ene activiteit. De aandacht is dan zo sterk gericht dat het heel moeilijk is om hieruit los te komen. Je kind hoort je niet als je tegen hem spreekt. Een aanraking of de naam noemen en oogcontact maken, is nodig om door te dringen.
Vooraf afspraken maken
Hoe leren we Adam stoppen? Belangrijk is om vooraf afspraken te maken. Doe dit samen. Het gaat om eenvoudige afspraken: hoe lang mag er gespeeld worden, hoeveel mag er gesnoept worden. Soms heb je de neiging om te antwoorden ‘niet te lang’ en ‘niet te veel’. Voor sommige kinderen (en volwassenen) moet het duidelijker. Bijvoorbeeld ‘een half uur’, ‘tot 18 uur’, ‘tot als mama thuiskomt’ of ‘5 snoepjes’.
Enkele tips om het geruzie en het onderhandelen over deze afspraken te beperken:
- Vraag aan je kind wat hij/zij denkt dat kan helpen om te stoppen.
- Maak meteen afspraken voor een langere periode zodat je niet iedere dag opnieuw moet discussiëren. Zo kun je bepalen dat er pas gegamed mag worden als het huiswerk af is, dat op een vast uur de schermen uit moeten, dat er in een week tijd x aantal uur gespeeld mag worden.
- Hou je als ouder ook aan die afspraak. Wees consequent en kom niet met nieuwe regeltjes als het jou beter uitkomt. Als je bijvoorbeeld met een week-limiet werkt, moet je er tegen kunnen als alle uren al de eerste dag(en) worden opgebruikt.
- Grijp in als de tijd gekomen is om te stoppen. Maar zorg ervoor dat niet jij moet zeggen dat het tijd is, maar dat iets anders dat voor jou kan doen, zoals een (kook)wekker. Zit iemand in een hyperfocus dan kan het lijken alsof deze persoon tijdelijk op een andere planeet vertoeft en dan kan het moeilijk zijn om hem/haar weer ‘op aarde’ te krijgen. Tip: werk met twee signalen: een eerste om af te ronden en een tweede om effectief te stoppen. Voor sommige kinderen is het een hulp als ze de tijd zien wegtikken. Dit kan op een time-timer.
Spreek af wat je kind doet na het stoppen
Afspraken maken over wanneer er gestopt moet worden is één ding. Je kunt ook afspraken maken over wat je kind zal doen als hij/zij gestopt is met de activiteit. Stoppen gaat vaak iets gemakkelijker als het duidelijk is wat ervoor in de plaats komt.
Als Adam uit ons voorbeeld moet stoppen met gamen en het enige dat hij daarna kan doen is ‘niet-gamen’ dan motiveert dat niet echt. Is er echter iets anders leuks in het vooruitzicht dan kan dat de overgang iets gemakkelijker maken. Adam vindt het heel leuk om te gaan zwemmen, dus als je vooraf samen afspreekt dat hij moet stoppen met gamen om daarna te vertrekken naar het zwembad, dan zal dit de overgang vergemakkelijken.
Uiteraard is dit niet altijd mogelijk. Je kunt niet iedere dag gaan zwemmen en soms is hetgeen komt na de fijne activiteit gewoon niet zo leuk, bijvoorbeeld huiswerk maken. Herinner aan de gemaakte afspraken. “Prima, je mag gamen tot 17 uur, daarna maak je je huiswerk”. Laat je niet verleiden tot een nieuwe discussie over de gemaakte afspraken.
Beschouw het moeilijk kunnen stoppen met iets (leuks) als een vaardigheid die je kind nog niet helemaal onder de knie heeft. Besef dat het vastleggen van de afspraken en regels niet zal maken dat dit nu alle dagen zonder slag of stoot gaat. ‘Stoppen’ blijf moeilijk voor mensen met ADHD. Als ouder kun je je kind helpen om hier beter in te worden en op die momenten dat hij/zij het nog niet alleen kan.
En wat als je kind volwassen wordt?
Leen en Jan maken zich zorgen over hoe het zal gaan als Adam ouder wordt. “Nu kunnen we nog voor hem afgrenzen, maar hoe zit dat met later? Wat als hij ook geen grenzen kent bij alcohol en als hij uitgaat? Of begint te experimenteren met drugs en geen nee kan zeggen? Als onze oudste kinderen uitgaan, drinken ze ook weleens een biertje, maar ze gaan niet te ver. Daar durf ik bij Adam niet op vertrouwen.”
De ongerustheid over de kans op verslaving bij je kind met ADHD is niet onterecht. Je bent kwetsbaarder voor een verslaving als je ADHD hebt.
Is iedereen met ADHD een verslaafde?
Als je ADHD hebt en/of als verslavingen in de familie zitten, heb je een verhoogde kans op een verslaving. Maar het is niet zo dat je zelf dan ook zeker verslaafd raakt aan een of andere legale of illegale drug. Hoe komt het nu dat mensen met ADHD sneller verslaafd geraken?
In de eerste plaats vertonen jongeren met ADHD meer experimenteergedrag. Ze zullen sneller nieuwe zaken uitproberen, ook dingen die niet gezond voor hen zijn. Eén keer experimenteren met een jointje roken betekent natuurlijk niet dat je op weg bent naar een levenslange verslaving.
Daarnaast leveren roesmiddelen onmiddellijke ‘voordelen’ op: de roes zelf, rust in je hoofd, het gevoel erbij te horen. De negatieve gevolgen laten zich vaak pas op termijn voelen. Uit onderzoek blijkt dat een derde van (jong)volwassenen met ADHD tabak, alcohol of drugs gebruikt om de symptomen van ADHD te verzachten. Op die manier hebben ze het gevoel vat te krijgen op de rusteloosheid, negatieve emoties, depressieve- en angstgevoelens en slaapproblemen of is het alsof de constante stroom van gedachten en emoties te vermindert.
Heb je als (jong)volwassene geen alternatieven om rust te vinden of om op een of andere manier vat te hebben op je ADHD dan blijft het zeer verleidelijk of zelfs noodzakelijk om altijd weer terug te grijpen naar deze middelen. Het is daarom zeer belangrijk dat kinderen en jongeren al snel leren wanneer ze minder last hebben van hun ADHD-kenmerken en wat hen daarbij helpt. Voor sommigen werkt sporten, voor anderen medicatie en/of het inzetten van hulpmiddelen om meer structuur te krijgen in je dagelijkse bezigheden.
De band met je kind is het allerbelangrijkst
Wat kunnen de ouders van Adam doen om hem te helpen meer controle te krijgen over zijn ‘ongewenst gedrag’?
In hun pogingen om jongeren op het rechte pad te houden, onderschatten ouders soms hoe belangrijk het is om in te zetten op de goed band met hun kind. Ja, natuurlijk is het belangrijk dat het huiswerk gedaan wordt en dat je kind niet te veel snoept. Maar het allerbelangrijkste is en blijft het feit dat je kind/jongere het gevoel heeft dat hij ergens terecht kan, als het goed gaat, maar zeker ook als het slecht gaat.
Ga ervan uit dat je kind, of het nu 10 jaar is zoals Adam, of 16 of 32, nog fouten zal maken. Veel fouten, als dat kind ADHD heeft. En dat hij dan hulp nodig zal hebben om hier uit te komen. Uiteraard mag je reageren op dingen die misgaan. Doe dat alleen op zo’n manier dat je kind zijn fouten ook durft toe te geven en (jouw) hulp durft te vragen bij problemen. Dit vergroot de kans dat je kind ook zelf naar je toe zal komen als hij beseft dat hij/zij moeilijk kan stoppen met dingen en er alleen niet uitkomt.
Stel je zo op ten opzichte van je kind dat het durft eerlijk zijn. Probeer je ergste emoties te beperken als je kind je een fout opbiecht, vlieg niet meteen uit over hoe stom dit was en of hij dan nooit eens iets goed kan doen, maar ga samen op zoek naar een oplossing.
En tot slot, focus vooral op de fijne momenten, de dingen die goed gaan en steek daar veel energie in, het kan jullie band alleen maar sterker maken.
Bronnen:
- Omgaan met ADHD bij verslaving. Frieda Matthys, Annelien Bronckaerts, Cleo L. Crunelle. Garant.2016.
- Wilens, T.E. and H.P. Upadhyaya, Impact of substance use disorder on ADHD and its treatment. J Clin Psychiatry, 2007. 68(8): p. e20.
- Diagnose ADHD. Russel Barkley. Swets & Zeitlinger. 1997.
- Vitamines voor groei. Maarten Vansteenkiste, Bart Soenens. Acco. 2017
*De originele versie van dit artikel verscheen in Zit Stil Magazine, nr. 150-zomer 2018. Zit Stil is onze zustervereniging in België. Zij informeert, vormt, traint, ondersteunt en onderneemt maatschappelijke actie om iedereen die met ADHD te maken krijgt, vooruit te helpen in het leven. Meer weten? https://www.zitstil.be.