Docent met dyscalculie

'Van vmbo-kadermeisje tot leerkracht'

Sophie is 21. Ze is doet haar Bachelor Leraar Kleuteronderwijs aan de Hogeschool Antwerpen. Niet voor niets is ze uitgeweken naar België voor haar opleiding. Ze heeft dyscalculie en in Nederland bleek dit een ‘no go’ voor de pabo. ‘Hier in Vlaanderen tel je gewoon mee met dyscalculie.’

Tekst: Julie Houben

“Ik zag de oproep in de Facebookgroep Dyscalculie waarin jullie mensen zochten die iets willen vertellen over hun dyscalculie. Ik heb meteen gereageerd omdat ik met mijn verhaal graag wil bijdragen aan meer kennis over dyscalculie. Vooral binnen de wereld van het onderwijs heersen nog veel vooroordelen, zo heb ik zelf ervaren. Het is voor mij echt een openbaring hoe het ook kan, hier op mijn opleiding in Antwerpen.”

Vmbo-kader advies vanwege rekenproblemen

Bij Sophie werd op haar 14e dyscalculie vastgesteld. Op de lagere school was rekenen al een probleem. De overige vakken gingen prima. Door haar rekenproblemen kreeg ze toch het advies vmbo-kader. “Mijn middelbareschooltijd was echt vreselijk. Wiskunde was natuurlijk een drama maar ze dachten dat ik gewoon een achterstand had en dat was dan vooral mijn eigen probleem. Ik voelde me anders en dom en kroop steeds meer in mijn schulp. Mijn ouders zagen dat ik superhard werkte en dat alle andere vakken prima gingen. Er was dus meer aan de hand.

Diagnose dyscalculie hielp me niet

De diagnose dyscalculie was een opluchting maar het hielp me niet echt. Mijn wiskundeleraar vond het maar onzin en bleef hardop de proefwerkcijfers voorlezen en dus ook mijn onvoldoendes. Wel kreeg ik vanaf dat moment één uur extra wiskundeles per week maar dat was veel te weinig.” Het eindexamen mondde uit in een drama. “Ik kreeg wel extra tijd bij wiskunde, maar geen rekenkaart terwijl ik daar ook recht op had. Ik zakte, en bij een her zakte ik weer. Zonder diploma ging ik van school. Mijn moeder liet het er niet bij zitten. Ze klaagde school aan en kreeg gelijk. Maar een diploma kreeg ik hier niet mee. Hoe kon ik nu ooit op het mbo komen? Mijn moeder regelde dat school ter compensatie mijn sterke kanten moest vastleggen in een document. Dat ik een zeer gemotiveerde ‘modelleerling’ was die alles altijd op orde had. Met dyscalculie, dat wel.”

Eindelijk begrip

Dankzij haar moeders slimme actie mocht Sophie toch starten met de opleiding maatschappelijke zorg op mbo 3 niveau. “Dat ging zo goed dat ik al snel doorstroomde naar niveau 4. Daar had ik een rekendocent die wel snapte wat dyscalculie was. Eindelijk iemand die me begreep! Hij hielp me op weg met lastige opdrachten, had oog voor mij en gaf me zelfvertrouwen. Daardoor gingen de toetsen ook beter en ik slaagde zelfs zonder onvoldoendes voor rekenen. Ik bloeide helemaal op. Zeker toen ik een stage deed op een school voor speciaal onderwijs. Daar besefte ik: ik wil basisschooldocent worden, zodat ik kinderen op tijd kan behoeden voor mijn zware weg in het onderwijs.”

Dyscalculie toch een no go voor de pabo

Wat zouden ze bij de pabo vinden van haar dyscalculie? Alles leek goed te gaan in de aanmeldprocedure, tot Sophie de zogenaamde WisCAT-rekentoets niet haalde. “De voldoendes voor rekenen op mijn mbo-eindlijst maakten geen indruk. Mijn dyscalculie was toch een ‘no go’ geworden. Het was echt een klap in mijn gezicht. Tijdens mijn stage had ik juist alleen maar voordeel van mijn dyscalculie. Ik snapte de problemen die sommige kinderen met rekenen hadden en kon putten uit een hele ‘toolkit’ om hen dingen zo uit te leggen dat het kwartje wel viel.”

Hier kijken ze naar je kwaliteiten

Sophie was overtuigd van haar zaak: ze wilde basisschoolleerkracht worden en wist zeker dat ze dit kon. Gelukkig tipte een collega-stagiair haar dat er in Antwerpen een hbo-opleiding was tot kleuterdocent. “Daar ging ik voor. Ik werd meteen aangenomen en het is geweldig. Er is in Vlaanderen zo veel meer kennis en begrip rond dyscalculie. Ze kijken hier naar je kwaliteiten als docent en helpen je met de paar dingen waar je iets zwakker in bent. Hierna doe ik nog een vervolgopleiding van een jaar, waarmee ik tot groep 8 kan lesgeven.

Niemand is perfect

Wie had dat ooit gedacht? Ik, het vmbo-kader meisje dat niet kan rekenen. Mooi dat ik straks heel veel kinderen ga besparen wat mij is overkomen. En ik ga een voorbeeld voor hen zijn. Je kunt gewoon juf worden, ook als je dyscalculie hebt. En ja, ik draai nog steeds soms cijfers om, dus daar let ik extra goed op. Ook bij het zetten van mijn wekker moet ik twee keer checken of het klopt. Lesroosters waarin lessen nummers hebben, klassen, lokalen én tijden in getallen staan: een uitdaging. Maar dat kan ik aan. Niemand is perfect toch?”

Sluiten