Kenmerken dyscalculie bij volwassenen

|

Dyscalculie komt bij ongeveer 2 à 3 procent van de bevolking voor. In ongeveer 10 procent van die gevallen gaat dyscalculie samen met een andere stoornis; het vaakst met dyslexie of leesproblemen, AD(H)D, DCD (stoornis in de ontwikkeling van de coördinatie van bewegingen) of ASS (Autisme Spectrum Stoornis).

Onderzoek

Er is internationaal wel enig onderzoek gedaan naar dyscalculie bij volwassenen. Dit gaat echter vooral in op de mogelijke neurologische oorzaken en kijkt niet naar mogelijke handvatten voor dyscalculici in de dagelijkse praktijk. Zo laat onderzoek uit 2011 zien dat bij sommige volwassen dyscalculici getalherkenning vooral een probleem is, bij anderen de moeite met tijd en bij een derde groep spelen beide problemen. Recenter onderzoek uit 2014 toont aan dat volwassen dyscalculici vooral problemen hebben met het zich herinneren van rekenfeiten die bij anderen over het algemeen gemakkelijk uit het geheugen worden opgeroepen, zoals 6×8, 15+8, 20% van 200 of ¼ deel van 60.

Probleem bij genoemde onderzoeken is dat de diagnose dyscalculie niet eenduidig is gesteld, wat betekent dat conclusies niet per se voor mensen met dyscalculie gelden maar eerder voor mensen die rekenzwak zijn.

Drie criteria

In de klinische praktijk ligt dat tegenwoordig anders. Daar wordt dyscalculie op een betrouwbare manier vastgesteld volgens het protocol dyscalculie, op basis van drie criteria die inmiddels gemeengoed zijn voor diagnostici. Als iemand niet aan alle drie criteria voldoet, dan is er hooguit sprake van een (ernstig) rekenprobleem en niet van een stoornis. De drie criteria zijn:  

  • Er is sprake van een significante rekenachterstand ten opzichte van leeftijd- en/of opleidingsgenoten, waar die persoon in het dagelijks leven door gehinderd wordt (criterium van ernst).
  • Er is sprake van een significante rekenachterstand ten opzichte van datgene wat op basis van de individuele – cognitieve – ontwikkeling van die persoon verwacht mag worden (criterium van achterstand).
  • Er is sprake van een hardnekkig rekenprobleem, dat ook niet verholpen kan worden met gespecialiseerde hulp (criterium van didactische resistentie).

Bij kinderen en adolescenten is het criterium van ernst goed na te gaan, omdat ze nog naar school gaan. Bij (jong) volwassenen is dat een stuk lastiger, omdat ze het intensieve rekenen vaak al lang achter zich hebben gelaten. Wanneer je als (jong) volwassene echter dagelijks tegen problemen aanloopt waar rekenvaardigheden bij nodig zijn, zoals centiliters aflezen bij koken, klokkijken, schatten van de duur van een reis, aflezen van meterstanden, betalingen met contant geld, enzovoort, dan kan er zeker sprake zijn van dyscalculie.

(Bron: Hans van Luit in Impuls&Woortblind Magazine nr. 1, maart 2015)

Verschijningsvormen van dyslexie en dyscalculie

Er zijn verschillende omschrijvingen van dyslexie en dyscalculie. Wanneer je echter precies kijkt naar de inhoud van die omschrijvingen, dan zijn er vooral veel overeenkomsten.

Kort door de bocht zou je kunnen stellen, dat er sprake is van vergelijkbare processen die in verschillende hersengebieden plaatsvinden.

  1. In beide gevallen is sprake van moeite met het koppelen van iets aan een teken

– bij dyslexie is het de moeite van de koppeling van een klank aan een teken (fonologische verwerking).

– bij dyscalculie is het moeite met de koppeling van een hoeveelheid aan een teken.

  1. Moeite met het onthouden, automatiseren en ophalen van informatie uit het geheugen speelt bij dyslexie en dyscalculie een vergelijkbare rol.
  2. Hetzelfde geldt voor de moeite met het inzicht in en de toepassing van reken- en taalprocedures (taalregels, rekenbewerkingen als staartdelingen en vermenigvuldigen).
Of/en: dubbeldiagnose (comorbiditeit) of ‘een veegje mee’

Wie dyscalculie heeft, zal misschien ook de moeite met één of meerdere taalelementen herkennen zonder echt dyslexie te hebben.

Heb je dyslexie, dan kun je bovenstaande problemen met rekenen/wiskunde tegenkomen zonder dat dit hoeft te wijzen op dyscalculie.

Herken je alle reken/wiskundeproblemen en daarnaast ook de kenmerken uit de laatste box ‘ruimtelijk inzicht’ dan kan dat duiden op dyscalculie.

Algemene kenmerken dyscalculie, dyslexie én ADHD/ADD

Algemene kenmerken die vaak vóórkomen bij zowel dyslexie, dyscalculie, AD(H)D en autisme zijn:

  1. Moeite met structuur, organisatie en planning.      
  2. Tijdsduur moeilijk kunnen inschatten.        
  3. Over je grenzen gaan.
Goed om te weten

Het is belangrijk, te weten dat zij onderdeel kunnen uitmaken van dyslexie en dyscalculie, zodat:

– je jezelf niet hoeft te verwijten dat je naast dyslexie/dyscalculie óók nog eens ‘een chaoot’ bent – het is onderdeel van het geheel;

– je weet waarom dit een lastig punt is;

– je er rekening mee houdt, zodat het je minder belemmert in je functioneren.

Overeenkomsten uitgewerkt in kenmerkende voorbeelden

In dit heldere overzicht vind je bovengenoemde problemen die je kunt hebben met taal en/of rekenen en wiskunde per bovengenoemd proces.

bron: Nel Hofmeester -Verborgen Schatten, dyslexiespecialist en actief lid van de Werkgroep Onderwijs van Impuls & Woortblind

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Dit is een verplicht veld
Dit is een verplicht veld
Geef een geldig e-mailadres op.